De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen legt een aantal nieuwe verplichtingen op voor cijferberoepen. Deze hebben als doel misbruiken in te dijken en de gerechtelijke reorganisatie te verbeteren.
De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen kan volgens het Belgisch handelsrecht aan een ondernemer of onderneming een gerechtelijke reorganisatie toestaan als die tijdelijk haar schulden niet kan betalen of als er moeilijkheden zijn, waardoor het voortzetten van de onderneming bedreigd wordt.
Wat er verandert
De procedureregels worden strakker en ook landbouwers komen in aanmerking. Er wordt ook werk gemaakt van intensievere preventie en opsporing van ondernemingen in moeilijkheden.
Om misbruiken te bestrijden, worden de ontvankelijkheidsvoorwaarden strenger en verbetert de informatieverstrekking aan de schuldeisers. De strengere voorwaarden verhogen de drempel om tot de procedure toe te treden.
Op dat vlak is een grote rol weggeglegd voor de cijferberoepers. De wet verplicht de externe accountants, belastingsconsulenten, boekhouders-fiscalisten en bedrijfsrevisoren die feiten zouden vaststellen die de continuïteit van de onderneming kan ondermijnen om dat te melden aan de bestuursorganen van de onderneming.
Wanneer blijkt dat de onderneming een maand na de opmerkingen geen maatregelen heeft genomen om de continuïteit gedurende minstens twaalf maanden te garanderen, dan kan de cijferberoeper de rechtbank van koophandel hiervan inlichten.
In het kader van een efficiënter verloop heeft de handelsrechter de mogelijkheid zich rechtstreeks tot de cijferberoeper te richten. De taak van de cijferberoeper beperkt zich dan niet enkel tot het verstrekken van inlichtingen, maar hij kan gevraagd worden specifieke aanbevelingen te doen.
Concreet wordt aan de cijferberoeper die een onderneming in moeilijkheden bijstaat een pro-actieve rol toegekend. De wet voorziet niet in concrete sancties, maar de cijferberoeper is wel aansprakelijk als hij deze verplichtingen niet naleeft. Ook ten aanzien van derden.
De aangepaste wet vereist ook dat aan het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie een boekhoudkundige staat wordt toegevoegd die werd opgesteld onder toezicht van een erkend externe boekhouder(-fiscalist), accountant of bedrijfsrevisor. En dat de begroting met een schatting van inkomsten en uitgaven voor de duur van de opschorting opgesteld moet worden met bijstand van een erkend externe boekhouder(-fiscalist), accountant of bedrijfsrevisor.